- bezorgen
- {{bezorgen}}{{/term}}1 [verschaffen] procurer (à)2 [veroorzaken] causer3 [afleveren] livrer♦voorbeelden:1 iemand een baan bezorgen • procurer un emploi à qn.zijn succes heeft hem veel vrienden bezorgd • son succès lui a valu beaucoup d'amis2 iemand narigheid bezorgen • causer des ennuis à qn.iemand een verrassing bezorgen • faire une surprise à qn.3 de post bezorgen • distribuer le courrieraan huis bezorgen • livrer à domicile
Deens-Russisch woordenboek. 2015.